Snikke Dieverdoatsie logo
Snikke Dieverdoatsie

Restauratie van de snikke Dieverdoatsie

Aanleiding

Tot 2016 was Max de Jonge de vaste schipper. Zijn vrouw Lenie was gastvrouw en verzorgde de catering. In dat jaar ging zijn gezondheid zodanig achteruit dat hij niet meer kon varen. Max overleed in 2018. Voor de stichting Snikkevaart zijn Max en Lenie van zeer veel betekenis geweest.

Eind 2017 kwamen enkele vrijwilligers aan boord. Dit bezoek werd aanleiding voor een uitgebreidere inspectie. De conclusie was snel getrokken: het schip had veel achterstallig onderhoud en met name was het houtwerk in slechte staat. Door enkele Jatrieanen werd een inventarisatie gemaakt met een raming van de noodzakelijke investeringen. Na overleg met het bestuur van de stichting Snikkevaart werden bij verschillende fondsen aanvragen ingediend. In de loop van het voorjaar leverde dat een totaalbedrag van € 21.000, – aan toezeggingen op.

Restauratie

De restauratie is, vanwege de aanwezige expertise en ervaring, grotendeels uitgevoerd door de vijftien vrijwilligers van de stichting Jatrie. Bepaalde werkzaamheden zijn uitbesteed aan bedrijven. De stichting Jatrie is tijdens de uitvoering van de werkzaamheden penvoerder geweest. Dat was nodig om twee redenen. De opdrachtgever stichting Snikkevaart beschikte over onvoldoende liquide middelen om alle investeringen voor te financieren en de voorzitter en de penningmeester van de stichting Jatrie waren beide uitvoerend direct betrokken bij de werkzaamheden en hadden daardoor directe controle op de budgetten en de bestedingen.

In het voorjaar van 2018 is het interieur van het schip grotendeels verwijderd. Constructieve gebreken bij de bouw van het schip, eind jaren tachtig van de vorige eeuw, hebben tot gevolg gehad dat veel houtwerk verrot was en het onderwaterschip aan de binnenzijde sterk door corrosie was aangetast. Noodzaak en verplichting tot inspectie van het onderwaterschip diende zich aan. De tien houten ramen, de entree van het voor- en achterschip, de denning (vloerdelen), de kombuis, de zitbanken en  de bijbehorende tafels konden worden gerenoveerd. Het toilet moest geheel worden vervangen. In het najaar van 2018 is contact opgenomen met de scheepvaartinspectie. Bekend was dat ultimo 2019 nieuwe Europese veiligheidseisen in werking zouden treden. De inspecteur stelde vast dat als in het schip groepen van meer dan twaalf personen zouden worden vervoerd, minimaal 2/3 van het bestaande stalen dak verwijderd moest worden. Het open dak mocht wel worden voorzien van kunstdoek. Het vervolgens door de Jatrie-vrijwilligers ontworpen plan voor aanpassing van het dak werd goedgekeurd door de inspecteur maar betekende wel een forse financiële tegenvaller. In het voorjaar van 2019 is het dak aangepast. Het onderwaterschip was een ander zorgpunt. Inmiddels was er via een tussenpersoon contact gelegd met een stichting die bereid bleek om de inspectie en de eventuele reparatie en conservering van de buitenzijde van het onderwaterschip voor haar rekening te willen nemen, mits uitgevoerd door een deskundig bedrijf. In juni 2019 is het schip naar “De Woudbloem Marine Service” te Woudbloem gevaren. Eenmaal op het droge werd vastgesteld dat het onderwaterschip over het geheel genomen wel in goede conditie was, dat op bepaalde plekken de stalen huid vervangen moest worden en met name het roer en de boegschroeftunnel in slechte staat verkeerden. De boegschroeftunnel is vervangen. De Jatrieanen hebben een nieuw roer gemaakt en aan de buitenzijde van het schip over een lengte van bijna vijftig meter een rubberen stootrand op de bestaande stalen stootrand gemonteerd. De aanpassing van het dak had ook tot gevolg dat het gehele elektrische systeem (24V en 230V) verlegd moest worden. De motorkast en het bedieningspaneel zijn eveneens omgebouwd en voldoen nu aan de nieuwe Europese eisen voor brandveiligheid. Ook dat is in eigen beheer uitgevoerd. Achteraf kan vastgesteld worden dat de renovatie aanzienlijk meer heeft gekost dan oorspronkelijk begroot.

Zoals vaak het geval is bij renovatiewerkzaamheden was vooraf moeilijk in te schatten welke investeringen nodig zouden zijn. De scheepvaartinspectie heeft in januari 2020 de werkzaamheden tussentijds geschouwd. De procedure voor de certificering (CVO) van het schip werd door de inspecteur in werking gezet. Eind maart 2020 is een afsluitende proefvaart gehouden, nadat de Jatrie-machinisten de scheepsmotor nog een grondige onderhoudsbeurt hadden gegeven. Eind 2020 is het CVO verkregen.